Het orgel van de Groote of Nieuwe Kerk te Maassluis werd in 1730-32 gebouwd door Rudolph Garrels. Het orgel was een geschenk van Govert van Wijn, een rijke ingezetene van Maassluis.
Het orgel bleef in de loop der tijden niet gespaard voor wisselende muzikale smaken van orgelbouwers en organisten. Meer of minder ingrijpende werkzaamheden aan het instrument vonden plaats door Jacobus Robbers (1772-1773), Andries Wolfferts (1789-1801), Abraham Meere (1805), Jonathan Bätz (1840), Michael Maarschalkerweerd (1881) en twee generaties Van Leeuwen (1938-1965). Een eerste restauratie, die terug probeerde te gaan naar de oorspronkelijke toestand van 1732, vond plaats in de jaren 1956 tot 1965.
In 1978 werd het orgel gerestaureerd door Pels & Van Leeuwen. Uitgangspunt was de situatie van 1840 met behoud van de Open Subbas 16′ uit 1938 en de Bazuin 32′ die in 1975 op verzoek van Feike Asma was toegevoegd. Zo kreeg het orgel zijn huidige dispositie. In de periode 2000-2002 volgenden nog grotere en kleinere onderhoudswerkzaamheden door de firma Pels & Van Leeuwen die het orgel nog steeds in onderhoud heeft.